De rivier

Langs een brede rivier met helder water ontmoet ik een vrouw. Met gesloten ogen zit ze in kleermakershouding aan de waterkant. De zon schijnt uitbundig en laat de grijze plukken in haar lange haar oplichten als lichtstraaltjes. Ondanks dat ze haar ogen dicht heeft, is ze zich van mijn aanwezigheid bewust. Ik heb haar niet eerder gezien.
“Daar ben je dan.” Ze kent mij blijkbaar wel. Maar wie zij is? “Ze noemen me Weleda.”
“Zoals het merk?”
“Wat is een merk?”
Waar deze vrouw vandaan komt, kennen ze dat blijkbaar niet. Met haar lichtbruine gewaad lijkt ze ook uit een andere tijd te komen. Of uit een andere wereld. Wie weet.
“Waarom ben je hier?” Ze opent haar ogen en staart naar de rivier.
“Dat vraag ik mij ook af.” Ik staar met haar mee naar de rivier. De golfjes water laten zich gewillig meevoeren met de stroom. Het gekabbel werkt enigszins op mijn blaas.
“Het heeft iets met de rivier te maken.”
De vrouw kijkt me nu recht aan. Haar ogen kleuren lichtgrijs met links een geel streepje. Ze glimlacht. “Wat valt je op aan deze rivier?”
“Het heldere water.”
Het blijft even stil. Er is vast meer. Mijn hoofd gaat aan het werk, terwijl ik wel weet dat daar het antwoord niet ligt. Maar waarom ben ik hier dan? En wat heeft de rivier hiermee te maken?
Weleda heeft haar ogen weer gesloten. Ze lijkt te mediteren. Is het de bedoeling dat ik ook mediteer? Voor de zekerheid ga ik naast haar zitten in kleermakerszit.
“Met je ogen open zal je niets zien.” Oké, dikke hint om mijn ogen te sluiten.
“Richt je op het kabbelen van het water.” Ik laat me meevoeren op het gekabbel, totdat het lijkt dat er niets anders meer is dan dit geluid.
“Het kabbelen verandert in gezang.” De stem van de vrouw klinkt nu een stuk lager, verder weg ook. “Wat zingt de rivier?” Ja hoor, een zingende rivier. Veel gekker moet het toch niet worden. Mijn hoofd gaat weer aan. Terug naar het kabbelen. Het kabbelen gaat langzaam over in gezang. Een licht en hoog gezang. Een naam komt naar boven.
“Wie is Linde?” Mijn stem klinkt vreemd hard.
Weleda geeft geen antwoord.
“Is er iets met dit meisje gebeurd?” Kippenvel. Ja, zegt mijn lichaam.
“Werd ze hier achtergelaten?” Weer kippenvel. Nog steeds houdt Weleda zich stil. Alleen is haar hoofd nu gebogen. Wacht eens even…
“Jij bent…” Een schokje gaat door me heen.
Opnieuw kijkt Weleda me aan, deze keer met een traan uit haar grijs-gele linkeroog. Ja, zegt haar lichaam. Ze draait haar gezicht weer naar voren. Haar stem klinkt nu heel zacht.
“Deze rivier is moeder en vader.”
Wat bedoelt… Voordat ik in gedachten de vraag kan afmaken, pakt Weleda mijn hand. “Kom, ik laat het je zien. Sluit je ogen.”
Mijn hand wordt warm. De warmte verspreidt zich door mijn lichaam. Ik voel me ontzettend licht, alsof ik ieder moment kan gaan vliegen. Beelden, woorden en gevoelens buitelen over elkaar heen. Een man en een vrouw, krijgers, die wanhopig hun huilende dochter proberen van zich af te schudden. Offer. Het meisje als levend offer. Verdriet, eenzaamheid, onbegrip. Ze dwaalt en dwaalt. Dan ineens gekabbel. Hoor ik nu de rivier? Een weerspiegeling in het water van een meisje met betraande, lichtgrijze ogen en links een geel streepje. Rimpels in het water, rimpels in haar gezicht. Grijze plukken in het haar. Lichtbruin gewaad.
Weleda laat mijn hand los. We zijn weer in het hier en nu, waar dat ook is. Ja, bij de rivier. De rivier die moeder en vader werd voor een achtergelaten meisje. De vrouw glimlacht.
“De rivier is leven. Ze stroomt door tijd en ruimte heen. Ze brengt wat nodig is en voert af wat overbodig is. Ze reinigt en zuivert. Ze bewaart verhalen en wijsheid. Ze herinnert je aan het water en het stromen in jezelf.”
Ik weet niet waarom. Ineens prikken de tranen in mijn ogen. “Oh sorry… ik…”
“Waarom schaam je je?”
“Nou ja, het is een beetje gek om in jouw bijzijn ineens te gaan huilen, toch?”
“Wie zegt dat?”
Ja, goede vraag. “Het is niet zozeer dat iemand dat zegt. Het is meer dat mensen meestal niet openlijk huilen.”
“Waarom niet?”
“Ja, dat krijg je als kind al mee. Emoties houd je onder controle.”
“Wat zijn emoties?”
O ja, in haar wereld gebruiken ze vast een ander woord. Ik doe een poging. “Wat je voelt als je iets meemaakt.”
Weleda lacht. “Is het waar jij leeft, ook gek om te lachen waar anderen bij zijn?” Ik schiet ook in de lach. Nee, natuurlijk niet. Hoewel je met uitbundig schateren ook uit de toon valt.
“Is dat dan niet gek? Een lach laat je de vrije loop, en een traan niet?”
Eigenlijk wel. “Emotioneel zijn wordt gezien als iets vreemds, iets wat niet normaal is.”
“Normaal?”
Laat maar.
In stilte luisteren we naar het gekabbel van de rivier. De vrouw heeft iets aangeraakt waar ik wat ongemakkelijk van word. In gezelschap huil ik ook vrijwel niet – behalve bij een uitvaart en zelfs daar probeer ik de boel onder controle te houden. In mijn eentje of in het bijzijn van Bart stroomt het vanzelf.
“Kijk nog eens goed naar de rivier. Hoe reageert ze als het regent? Als de lucht huilt.”
Dat lijkt me helder. “Niet. Nou ja, de rivier ontvangt de regen.”
“En ze wordt er één mee en laat het tegelijkertijd stromen. Ontvangen, voelen en laten stromen.”
Ontvangen, voelen en laten stromen. Ja, simpel toch? Als je een rivier bent. Maar met een hoofd dat de hele dag oordeelt, is dat een stuk lastiger.
“Je hoofd kan hier niets mee. En dat hoeft ook niet.” Weleda lijkt de gedachten uit mijn hoofd te plukken. “Drink maar wat water uit de rivier.”
Ja, ik ben gek zeker? Water uit een rivier drinken? “Uhm… in onze tijd kun je alleen maar water uit een kraan drinken.”
Weleda fronst. “Een kraan…?”
Oké, andere tijd. Het zal wel goed zijn. Ik maak een kommetje van mijn handen en schep water uit de rivier. Het smaakt heerlijk fris. Ik sluit mijn ogen en het volgende moment word ik wakker in het vakantiehuisje. Huh? Wat was dit? Heb ik gedroomd of was ik op reis in meditatie? Op de achtergrond klinkt gekabbel van een rivier. De muziek op YouTube staat nog aan. Waarom weet ik niet, maar ik begin te huilen. Heel even komt de neiging op om het tegen te houden – wat moeten de mensen buiten op het park wel niet denken als ze naar binnen kijken? Dan denk ik aan Weleda en de rivier. Ontvangen, voelen en laten stromen.